Interview met Maarten van Buuren

Ga naar de inhoud

Interview met Maarten van Buuren

Spinoza
Gepubliceerd door Jan Mendrik in Interview · vrijdag 07 maa 2025 ·  23:15
Bevrijding via de ratio

Hoofdlijnen uit het gesprek:
  • Maarten van Buuren is emeritus hoogleraar Franse taal en letterkunde en verdiepte zich in de filosofie, met speciale aandacht voor Spinoza, Stoa, Nietzsche en Proust. Hij heeft ook openhartig geschreven over zijn ervaring met depressie in zijn boek “Kikker gaat fietsen”.
  • Zijn depressies hebben hem bijna het leven gekost en hij ervoer een gevoel van uitzichtloze ellende en verlamming. Hard bezig zijn met moeilijke filosofische onderwerpen, zoals Spinoza, gecombineerd met lichamelijke activiteit (fietsen) en meditatie, helpen hem overeind te blijven. Lichaam en geest zijn tenslotte één volgens Spinoza.
  • Spinoza doorbreekt gevestigde denkkaders en baseert zijn filosofie op natuurwetten en de ratio in plaats van op religieuze dogma's. Het begrip ratio, rede, is centraal in Spinoza’s denken. De rede stelt de mens in staat het universum (God) en de onderlinge samenhang te begrijpen. De ratio is de kern van Spinoza's filosofie en de basis voor geluk.
  • Volgens Spinoza en Sartre is vrijheid een houding ten opzichte van de situatie waarin je je bevindt, zelfs in extreme omstandigheden als gevangenschap of een neerstortend vliegtuig. Door met de rede de situatie te doorgronden en te accepteren (acquiescentia in se) kan men tot vrijheid en geluk komen.
  • Wat is God? Spinoza conformeerde zich oppervlakkig gezien aan de algemeen gangbare betekenis van God om kritiek te ontwijken, maar hij geloofde oprecht in God, zij het op een andere manier dan zijn tijdgenoten: God is geen persoonlijke God maar een immanente God. Spinoza's begrippen religio en pietas moeten worden begrepen als saamhorigheidsgevoel en sociale samenhang, de horizontale band tussen mensen, en niet als religie en vroomheid in de traditionele zin.
  • Maarten maakt zich geen zorgen om het einde van het leven. Spinoza's idee is dat iets van het leven zich voortzet. De materie blijft behouden, ook al is de fysieke vorm anders. De scheppingskracht zit in de materie zelf (natura naturans en natura naturata), wat betekent dat ook na de dood iets van deze kracht behouden blijft om elders weer tot bloei te komen.
  • Meditatie helpt Maarten om zijn geest leeg te maken, waardoor de intuïtie haar werk kan doen. Volgens Spinoza is intuïtie een diep besef van hoe we ons kunnen invoegen in het grote geheel (God). Intuïtie staat niet los van de rede, het ontwikkelt zich dankzij de rede. Dat is een levenslang proces. De uiteindelijke dingen in ons leven zijn vaak in twee woorden gezegd maar het heeft 20 jaar gekost om ze te weten te komen.



 

 
 
Maarten van Buuren
op de wintercursus 2025 van de vereniging het Spinozahuis

Maarten van Buuren is een goede bekende van de Spinozakring Soest, hij heeft er verschillende cursussen gegeven. Over de Ethica, over de invloed van de Stoa op Spinoza, over het Politieke traktaat. Een grote diversiteit.
Die diversiteit en de enorme hoeveelheid van vertalingen en boeken die hij heeft geschreven is een van de eerste dingen die opvalt bij Maarten. Aanvankelijk als hoogleraar Franse taal en letterkunde en later meer op filosofisch gebied: Spinoza, Heidegger, Nietzsche, Proust.
Een opvallend boek in zijn oeuvre is “Kikker gaat fietsen”. Openhartig vertelt hij daarin hoe hij werd overvallen door een depressie en hoe hij daar met veel moeite bovenop kwam. Opvallend veel mensen die ik tegen kom hebben dat boek gelezen.
 
Als ik Maarten vraag naar zijn onuitputtelijke werkijver zegt hij: het is mijn leven, ik verzuip als ik het niet doe. Die depressie heeft me tot twee keer toe bijna het leven gekost. Je komt in een toestand van uitzichtloze ellende die je niet teboven dreigt te kunnen komen. Vooral niet tot het moment dat je weet wat er aan de hand is. Je wordt lamgelegd door zo’n depressie. Ik wist niet wat me overkwam.
Hard bezig zijn met moeilijke dingen, zoals Spinoza, en lichamelijke activiteit, fietsen en mediteren houden mij overeind. 25 jaar geleden werd ik overvallen door een depressie. Ik kon bijna niets meer doen. Niet meer staan en niet meer lopen. Ook niet meer denken, je wordt lamgelegd. Ik wist niet wat me overkwam. Plotseling kon ik niets meer. Ik kwam in een stoel te zitten en ik kwam er niet meer uit.
Ik ben toen opgevangen door mijn ex en kwam met een arts in contact die mij uitlegde wat er aan de hand was en dat er medicijnen voor waren en dat ik er echt aandacht aan moest besteden. Dat was het meest leerzame moment van mijn leven. Als ik niets doe ga in mijn stoel zitten dan ga ik kopje onder. Ik moet me geestelijk en lichamelijk afbeulen. Moeilijke filosofen begrijpen en stevige lichamelijke inspanning. Lichaam en geest, dat zijn twee kanten van dezelfde zaak zegt ook Spinoza.
Het helpt me om me te verdiepen in de meest moeilijke problemen die denkbaar zijn. Dat is een van de redenen waarom ik me verdiep in Spinoza, maar ook in Nietzsche, Heidegger, Husserl, Binswanger, Sartre, Merleau Ponti en Proust. Die intrigeren mij. Ze hebben iets te melden en op een moeilijke manier. Er is ontcijferwerk nodig om het te begrijpen. Kijk daar staan ze, in de boekenkast, alle volledige werken en de commentaren erop. Ik heb ze in hun geheel bestudeerd en veel werken van die denkers vertaald. Fascinerende schrijvers.

Inzicht helpt dus, hoe werkt dat?
Bingswanger bijvoorbeeld heeft mij heel veel inzicht gegeven. Hij heeft veel casestudies geschreven. Over schizofrene patiënten, over de meest ingewikkelde persoonlijkheden. Hij praatte net zo lang met die mensen tot hij begreep welke zin er stak achter hun schijnbare onzin. Hij beschrijft in uitgebreide casestudies hoe hij hun denken ontcijfert. Het is geheimschrift. Binswanger was met zoveel aandacht en liefde bezig dat hij het cryptogram van hoe die mensen in elkaar zitten oplost en zo ontdekt waar hun ellende vandaar komt. Hij was een leerling van Freud en combineerde die kennis met de filosofie van Husserl en Heidegger. Zijn psychoanalyse (uitgebreid tot “existentiële psychoanalyse”) duidt het ziektegeval, afhankelijk van de situatie en de geschiedenis van die patiënt, de casestudies zijn filosofische duidingen van de logica van die patiënten. Ik ben dan heel blij dat ik zo’n boek lees, ik word er heel enthousiast van. Dan heb ik de drang dat te gaan vertalen. Dan verzamel ik de boeken en de commentaren en de secondaire teksten. Het vertalen is heel moeilijk. Schizofrene patiënten spreken en schrijven een soort “word salad”. Binswanger citeert hun woorden en brieven. Je moet die ‘word salad’ heel nauwkeurig vertalen om te begrijpen wat de patiënten bedoelen.  Fascinerend is dat. Het geeft mij een enorm gevoel van blijheid. Het zijn teksten waar je voelt dat er heel veel wijsheid en inzicht in zit. Maar het kost grote moeite om die te doorgronden. Ik beschouw hem als een esoterische schrijver. Esoterisch betekent dat je hem alleen kunt begrijpen als je zijn taal ontcijfert. Esoterie richt zich op de mensen die bereid zijn om de taal van de ingewijden te leren. Dat geldt ook voor Spinoza. Een deel komt door de taal van de tijd waarin hij leefde, bepaalde retorische gewoontes waaraan je moest voldoen. Latijn maar ook de ‘meetkundige methode’.  in wiskundige vorm. Filosofie was in de tijd van Spinoza doordrenkt met de taal der religie en scholastiek, Grieks Romeinse filosofie en de Stoa. Dus het is gebaseerd op een substraat van onderliggende denkwerelden. Hij pikt dat op maar geeft er zijn eigen draai aan.
 
Wat is het bijzondere van Spinoza?
Spinoza doorbreekt eerdere denkkaders en geeft er een nieuwe richting aan. Hij denkt niet meer vanuit de gevestigde regels van de religie waarin God alles zo had bepaald. Maar hij maakt zijn denken vrij door  te denken vanuit natuurwetten.
Voor Spinoza is het begrip ratio heel belangrijk. Het is een centraal begrip maar het is een begrip met vele gezichten. Spinoza begint de Ethica, misschien een beetje misleidend, met God. Maar hij verstaat onder God iets anders dan zijn tijdgenoten. Hij manifesteert zich als exponent van een nieuwe filosofie, niet meer gebaseerd op theologie. Descartes deed dat ook maar Descartes twijfelt om zich van de kerk te vervreemden. Want wat betekent rationalisme bij Descartes? Hij definieert God als rede of logos. Voor Descartes onderscheidt de mens zich van de rest van de schepping omdat de mens niet alleen bestaat uit materie, zoals de dode natuur en de dieren (in de begrippenwereld van Descartes) maar hij heeft ook een geest. Wat hij als rede aanmerkt is wat door de Grieken ook al logos was aangemerkt. Hij vertaalt dat als het wezen van God, de ratio die alles doordringt. En de mens heeft van die ratio, door God een vonkje in zijn hersenen geplant gekregen. Dus als je Descartes beschouwt als de grondlegger van het rationalisme dan moet je dat uitleggen als die Goddelijke vonk in de mens. Dat is anders dan het rationalisme van Spinoza.
Bij Spinoza zit de vonk al inwendig. De substantie is tegelijkertijd materieel en rationeel. Geen dualisme maar monisme. Dus rationalisme betekent bij verschillende denkers, in verschillende tijden iets anders.
De ratio, de rede, heeft bij Spinoza een centrale functie. Door ratio ontstaat adequate kennis. Dat is ook meteen de maat der dingen. Je kan er niet van uitgaan dat Spinoza met ratio één bepaald ding bedoelt. Je moet begrijpen dat hij met ratio een hele constellatie aanduidt van waar dat begrip allemaal mee te maken kan hebben. De rede staat centraal in het denken van Spinoza omdat de rede de mens de mogelijkheid geeft om zijn begrip van het universum, zijnde God, te ontwikkelen en je komt dan op de betekenis “samenhang” van de ratio. Spinoza bedoelt met de rede, de ratio, dat we kunnen aanvoelen wat het verband (de samenhang) is, universum breed. We zijn daar maar een klein onderdeeltje maar het is wel de invoeging in het grote geheel, dat God is.
Het begrip ratio wordt dan veel breder opgevat dan in de eerst opwellende opvatting. Dat is Spinoza. De verbanden hangen samen.

Hoe ontstond je fascinatie voor Spinoza?
15 jaar geleden stond ik voor de beslissing om door te gaan met Spinoza of me op iets anders te storten. Spinoza fascineerde me maar het zou me veel tijd en puzzelwerk kosten. Ik moest de voornaamste begrippen “de 50 sleutelwoorden” ontcijferen. Dat het er 50 zouden worden wist ik van te voren niet. Het juiste begrip van die sleuteltermen was een noodzakelijke voorwaarde om verder te gaan. Ik wilde zijn denkwereld ontcijferen.
Ik ben toen uitgegaan van het verzameld werk van Spinoza, zoals verzameld door Carl Gebhardt èn van de concordantie van Emilia Boscherini. Voor het begrip ratio moest ik de moeite nemen om alle passages waarin het woord ratio voorkomt te inventariseren. Alleen dan kom ik er achter hoeveel betekenissen en welke betekenissen Spinoza aan het woord ratio geeft. En zo ook voor de andere sleutelbegrippen.
Voor één sleutelwoord was ik maandenlang de hele dag bezig. Het begrip kwam langzamerhand. Ik ben letterkundige, ik heb het op een letterkundige manier aangepakt. Na verloop blijkt dat er bepaalde betekenissen regelmatig terugkomen. Dus ratio kan betekenen maat, verstand, samenhang, … Langzamerhand bouwde ik woordvelden op. Een soort spinnenweb van betekenissen rond een centraal begrip. Zo ontstaat het inzicht. Aan het eind van de inventarisatie vertaalde ik dat dat in maximaal 10 bladzijden tekst per sleutelwoord. Met alle primaire en secondaire betekenissen én in onderling verband van de sleutelwoorden tot elkaar.

Maar er moet toch ook een inhoudelijke visie van Spinoza zijn geweest waardoor je gegrepen werd?
Tijdens mijn studie werd ik niet erg geraakt door Spinoza. Moeilijk en het ging over God terwijl ik me net bevrijd had van mijn gereformeerde opvoeding. Via het boek van Steven Nadler, A book forged in hell begreep ik wat Spinoza eigenlijk bedoelde met God, dat het te maken heeft met denken, met de rede, niet met een kerkelijke boodschap.
Maar er is een cluster van redenen dat ik mij in Spinoza heb gestort. Ik begreep dat Spinoza met die ratio de kern van zijn filosofie aanduidde en ik begreep die kern ook als de grondslag voor geluk. Dat kwam overeen met mijn eigen ervaring om mij uit de misère van een depressie te denken. Een van de dingen die ik als vanaf mijn jeugd doe is “thinking your way outof misery”.
Een uitweg uit de misère vinden door met je verstand te begrijpen. Als ik in het moeras dreigde te verzinken dan was voor mij de remedie, het mijzelf aan mijn eigen haren uit het moeras trekken. Door zo scherp mogelijk na te denken.  Het is een gevoel alsof ik zit opgesloten in een stolp. Ik zit achter een glaswand. De manier om mij te bevrijden is het in beweging zetten van mijn geest dankzij het lezen van moeilijke teksten maar ook door het fietsen. Dat zie ik in Spinoza terug. De remedie is het verkrijgen van inzicht, daaruit ontstaat de vrijheid.
Sartre is er net zo radicaal in. Of je nu in de gevangenis zit of een sportheld bent. Vrijheid is afhankelijk van hoe je je tot je situatie verhoudt.

Is dat niet een erg kleine marge, in gevangenschap of in een depressie, wat is je vrijheid dan?
Volgens Sartre en Spinoza is het geen kleine marge. Je moet het radicaal nemen. We zitten allemaal in de benardheid van het bestaan. We hebben de mogelijkheid om via denken tot onze vrijheid te komen. Niet alleen door rationeel te doorgronden maar het is belangrijker dat je in de gegeven situatie, lichamelijk, sociaal, existentieel doordenkt wat je bent en dat je het daardoor accepteert. Vrijheid en onvrijheid is een houding die iedereen tegenover de situatie aanneemt. Gevangene of sportheld, we zitten allemaal in de zelfde situatie. Spinoza accentueert dat we de mogelijkheid hebben ons daarin vrij te maken. Absoluut en radicaal voor je eigen situatie. In je situatie kan je ongelukkig zijn. Je kan gelukkig worden, in vrijheid, als je de situatie doorgrond met je rede. Dat betekent dat je er ook mee instemt. Acquiescentia in se, dat betekent: de aanvaarding van jezelf zoals je bent. Daarin vindt je je vrijheid èn je geluk.
Ik heb het vergeleken met het voorbeeld van het neerstortende vliegtuig van German Wings[1]. In het vliegtuig zit je in een situatie waar geen ontsnappen mogelijk is. Over 5 minuten ben je dood. Dat is een extreme situatie waarin de stelling van Spinoza getest kan worden, èn die van Sartre. Zelfs in die situatie kan je tot vrijheid komen als je met je rede de situatie doordenkt en als je hem aanvaardt, ja zelfs actief omarmt. En je de geest hebt om in het neerstortende vliegtuig de situatie in vrede te accepteren en een afscheidsberichtje kan sturen naar je dierbaren. Het is goed geweest, dankzij jullie. Je hebt er vrede mee. Je voegt je in, in het grote geheel. Je bent je bewust van het grote geheel waarin je je toevallig bevindt. Het overkomt je maar alles wordt bepaald door hoe jij je er met je denken toe verhoudt.
 
Aanvankelijk stootte Spinoza je af, door dat begrip God. Hij zal veel mensen hebben afgestoten. Waarom gebruikte hij God?
Daar heb ik lang over nagedacht. Hij verschool zich er achter voor de buitenwereld. Het was een schijnbaar conformisme. En dan kiest hij nog de termen uit de scholastiek. Zo maakt hij zich ongrijpbaar maakt voor de kritiek van Voetius[2] en anderen. Maar pas later ben ik hem als gebruiker van het woord God ook serieus gaan nemen toen ik zag dat hij gezien werd als een atheïst, die zich als een gelovige voordeed. Daar ging hij heel fel tegen in. Ik dacht als het zo zou zijn dat je eigenlijk atheïst bent en je voordoet als gelovige dan is dat tè ongeloofwaardig. Ik proefde oprechtheid bij hem. Hij geloofde echt in God maar hij verstond er iets anders onder dan zijn tijdgenoten.
In het Theologisch Politiek Traktaat (TTP) maakt hij het verschil duidelijk tussen zijn godsbegrip: ratio, logos, immanent, monistisch tegenover het in de kerk gebruikelijke godsgeloof met de profeten en een persoonlijke God. Dat kerkelijke godsbegrip is imaginatio, een valse waarneming, niet getest door de rede. Dat is een slechte basis om een staat op te baseren. De TTP schreef hij om te bepleiten dat kerk en staat gescheiden moesten worden. Het echte godsbegrip is het begrip van de rede en dat van de kerk berust op misleiding van de  mens op grond van de verkeerd begrepen dromen van de profeten. Het is een onwaar godsbeeld.
Hij beveelt religio of pietas aan als juiste levenshouding. Religio en pietas worden bijna altijd - verkeerd - vertaald als religie en vroomheid. Maar dat betekenen ze niet in het latijn en in de context van hoe Spinoza die begrippen toepast. De eerste betekenis is die van saamhorigheidsgevoel. Het verwijst naar sociale samenhang. De bedoeling is te verwijzen naar de horizontale band tussen mensen en niet naar de verticale band met God.
Er is ook een directe vertaling naar deze tijd mogelijk: meer eenheid maakt sterker. We zijn, ondanks alle sociale voorzieningen en techniek het bindmiddel kwijt. Waar vind je dat terug? Misschien met een externe dreiging, Putin of Trump. Dat drijft mensen weer naar elkaar; alle andere zaken vallen in het niet. Saamhorigheid, religio en pietas verbinden ons. Saamhorigheid schetst Spinoza als iets natuurlijks. Het zijn positieve affecten. De Trump - Putin toenadering voelen wij als verraad en we voelen ons onmiddellijk in de weerstand. We gaan onmiddellijk de gemeenschap binnen Europa voelen.

We worden ouder. Maak je je zorgen om het einde?
Nee, geen zorgen. In de lijn van Spinoza eindigt het leven niet. Hij zegt dat het zich voortzet in een andere vorm (Ethica 5, stelling 23: De menselijke geest kan niet volstrekt worden vernietigd met het menselijk lichaam, maar er blijft iets van bestaan dat eeuwig is). Wat belangrijk is in die transformatie is het behoud van leven zij het in een andere vorm. Het enige waar ik me overheen moet zetten is dat die vorm die ik zie als ik in de spiegel kijk, eindig is. Maar dat het belangrijkste behouden blijft en dat is het leven dat in andere vormen zal worden ingevat.
Hoe kan je je dat concreet voorstellen aan de hand van Spinoza? Waar komt de scheppingskracht vandaan? Denken en uitgebreidheid, natura naturans en natura naturata. Dat zijn woorden om aan te geven dat scheppingskracht in de natuur zelf zit. Materie en scheppingskracht vallen samen. Dat is moeilijk. Dat is het ultieme raadsel van Spinoza.
Wat is de scheppingskracht die maakt dat het universum een schone vorm aanneemt? De vogels, de vissen. Enz. organisch en anorganisch. Het reikt tot aan de grenzen van het universum. Het is de kosmos zelf. We kunnen de materie niet los zien van de prachtige vormen die de materie aanneemt. Het vormende beginsel zit in de materie zelf. Ook in anorganische materie (b.v. kristalvorming).
Vertaald naar eigen situatie. Dat die scheppingskracht in de materie zit en ook in mijn materie behouden zal blijven als mijn lichaam na mijn dood uiteen valt, maakt dat ik steeds beter kan denken dat als ik doodga niet alles ophoudt. Het lichaam valt uiteen en er wordt iets teruggegeven aan de natuur. Het keert terug tot de elementaire materie waarbinnen de scheppingskracht geborgd is en het wordt weer vrijgelaten om zich te vormen tot andere dingen. Het kan organisch of anorganisch zijn of dark matter, dat maakt niet uit. Het zet zich voort als materie inclusief de scheppingskracht.
Ik heb drie keer een moment meegemaakt dat ik dood dacht te gaan. Ik had er geen moeite mee. Het was een bevrijdend gevoel om mezelf te kunnen laten gaan. In de goede zin: anderen kunnen het nu overnemen.
 
En je gedachtegoed, zoals vastgelegd in je uitspraken of boeken?
Ja ik zou het wel leuk vinden als daar nog iets mee gebeurt maar daar gaat het uiteindelijk niet om. Op het moment dat je doodgaat valt ook dat weg. Wat anderen er mee doen moeten ze zelf maar zien. Ik moet er niets van verwachten. Dan maak ik mezelf ongelukkig.
 
Je begint je dag met mediteren. Helpt meditatie om dichter bij je intuïtie of essentie te komen?
Voor mij heeft die meditatie daar een vrij directe relatie mee. Als je het regelmatig beoefent dan leer je om je geest leeg te maken. Je denkt aan niets. Er zijn dingen die zich voor je presenteren. Dingen die je dwars zitten, vaak in de relationele sfeer. Dingen die je in het dagelijks leven hebt weggestopt komen dan boven, vaak met indicatie hoe je het in het reine kan brengen. Spinoza zegt dat dat de rol is van de intuïtie. Een besef dat we diep in ons hebben. Hoe we ons kunnen invoegen in het grote geheel dat God is.
Maar Intuïtie staat ook niet los van de rede. Tussen de rede en intuïtie is interactie. De rede moet aan het werk worden gezet. Doordat je aan de rede een probleem voorlegt waar het iets mee moet doen. Dat aangeefluik is de intuïtie. Je weet dan wat zich aandient als probleem. De intuïtie neemt storingen waar die je geluk in de weg zitten. Je laat je intuïtie spreken over dingen die zich in het dagelijks leven niet aandienen of die je verdringt. Het heeft ook met onderbewustzijn te maken. Meditatie helpt om je oog zich te laten richten  op dingen die zich diep in je bezighouden. Daar zit het probleem. Je hebt je rede om het op te lossen. Dus wat ik ‘s morgens mee neem uit mijn meditatie dat zijn dingen die mij in het leven dwarszitten en die ik had verdrongen. Doe er wat aan zegt die intuïtie dan. Intuïtie is een vast onderdeel van de kenleer van Spinoza. Het staat niet los van de rede. Het ontwikkelt zich ook dankzij de rede. Dat is een levenslang proces. De uiteindelijke dingen in ons leven zijn vaak in twee woorden gezegd maar het heeft 20 jaar gekost om ze te weten te komen.
 
Een laatste vraag: wat zou je voor de beginnende geïnteresseerden in Spinoza aanbevelen als eerste kennismaking?
Spinoza is te ingewikkeld en moeilijk om zomaar met een boek van hem te beginnen. Ik vertelde dat ik zelf jaren afgeschrokken ben geweest door zijn moeilijke taalgebruik. Je kan het best met een boekje over hem of met een cursus over hem beginnen. Ik heb daarvoor naar aanleiding van een cursus die ik gaf “de essentie van Spinoza” geschreven. Of lees mijn boek “Zijn denken doen” dat over een maand verschijnt. Je hebt echt een instapboekje of een cursus nodig om je duidelijk te maken waarom Spinoza zo’n fantastische filosoof is.

Jan Mendrik
Datum gesprek: 18 februari 2025

Meer interviews in de serie "Wat fascineert je in Spinoza?":
- Henri Krop: Spinoza, baken van Nederland en inspirator in tijden van polarisatie
- Hans Werner: Spinoza, sleutel tot jezelf en een goede samenleving
- Cees Schut: Advaita Vedanta en Spinoza: via inzicht naar geluk
- Willy Schuermans van de Spinozakring Lier (Be)
- Henk Groen over Carl Gebhardt: Spinozisme als wereldvisie

Downloadbare pdf van dit artikel
 

[1] Uit een cursus die Maarten gaf bij de Spinozakring Soest:
Een jaar of 10 geleden stortte dat vliegtuig van de German Wings neer. Het bleek een opzettelijke actie te zijn geweest van de co-piloot. Een zelfmoordactie waarin hij iedereen aan boord meenam. In de 7-8 minuten dat het neerstorten duurde moeten de passagiers geweten hebben dat zij hun voortijdige dood tegemoet gingen. In een slapeloze nacht lag Maarten zich in te denken wat hij gedaan zou hebben als hij zo’n passagier was. Er zal paniek geweest zijn met krijsende mensen. En toen dacht hij dat hij hoopte dat hij de moed gehad zou hebben om op zijn telefoon een paar boodschapjes te typen aan de paar vrouwen die alles betekend hebben in zijn leven en aan zijn kinderen. Het boodschapje zou maar heel kort kunnen zijn. Iets van: over een paar minuten ben ik dood. Dat is sneller dan verwacht. Het leven is goed geweest dankzij jullie. En dan zou hij hopen dat de berichten van zijn mobiel de crash zouden overleven. Hij had dan gedaan wat hij kon. Er kwam iets als passie op hem af en hij heeft het omgezet in een actie en hij heeft zich door die handeling vrij gemaakt. Dat is de redenering van Spinoza. En vanaf dat moment probeert hij dat tot zijn grondhouding te maken. Klaag niet dat het allemaal beter had kunnen zijn maar accepteer je lot en maak het je eigen en zet dan de passies om in acties. Dat geeft een gevoel van vrijheid. Dat is de vrijheid van de Stoa en dat is de vrijheid van Spinoza.
[2] Gisbertus Voetius (1589-1676): een in Spinoza’s tijd invloedrijke theoloog. Voetius had een afkeer van veel vernieuwingen in de filosofie en de natuurwetenschappen, omdat deze volgens hem zouden leiden tot atheïsme. Hij verwierp de leer van Copernicus dat de aarde om de zon draait en bestreed René Descartes omdat deze de aristotelische natuurfilosofie verwierp. Hij bestreed Baruch Spinoza en zijn volgelingen om hun afwijkende godsbegrip (het monisme) en hun Bijbelkritiek.
 
 


0
beoordelingen
Terug naar de inhoud