Geschreven verslag lezing Jean Marc van Tol - 20250118 - Spinoza

Ga naar de inhoud

Geschreven verslag lezing Jean Marc van Tol - 20250118

Verslagen
De Witt en Spinoza, Mythe of werkelijkheid?
Door Jean-Marc van Tol
 
Spinozakring Soest, Kerkzaal De Rank, Soest, 18 januari 2025
Verslag door: Dick Blaauboer

Figuur 1 Johan de Witt en Spinoza

Gonny Pasman, voorzitter van Spinozakring-Soest, heet iedereen welkom, in het bijzonder Jean-Marc van Tol die vandaag een lezing zal geven over Johan de Witt en Baruch Spinoza. Vanwege de grote belangstelling, ca 75 personen, wordt deze lezing in de kerkzaal van zalencentrum De Rank in Soest gegeven.

 
Links: Figuur 2 - Jean-Marc van Tol
Rechts: Figuur 3 - Tgv 10-jarig jubileum Spinozakring Soest

Jean-Marc van Tol is naast historisch letterkundige ook bekend als tekenaar van de strip Fokke & Sukke. Verder won hij in 2020 in de categorie ‘prominenten’ Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Als historicus is Jean-Marc van Tol bezig met een trilogie rond Johan de Witt. Het eerste boek, Musch, verscheen in 2018 en het tweede deel, Buat, in november 2023. Aan het laatste deel, Willem, wordt nog gewerkt. Het verschijnt naar verwachting in 2026. Hij maakte, speciaal ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Spinozakring Soest, een toepasselijke tekening (fig. 3), waarin hij het belang van de plaats van Spinoza (en daaarmee die van de Spinozakring Soest) in het Canon van Nederland nog eens onderstreept. In zijn lezing van vandaag zal Jean-Marc met name ingaan op het waarheidsgehalte van verschillende mythes die rond De Witt en Spinoza de ronde doen.

Tijdens lezingen van Jean-Marc wordt altijd gevraagd naar de relatie van Johan de Witt met Spinoza. Vandaag wordt hier specifiek aandacht aan besteed. Om de kennisachterstand van de Spinozakring Soest t.a.v. Johan de Witt weg te werken zal het vandaag iets meer over De Witt gaan dan over Spinoza.
 
Maar eerst kijken we naar een aantal overeenkomsten tussen beide mannen:
 
  • Vrijheid
    Bij Spinoza speelt vrijheid een grote rol. Zie bij voorbeeld de uitspraak onder het beeld van Spinoza in Amsterdam: ‘Het doel van de staat is de vrijheid’. De biografie van de gebroeders De Witt van de hand van Luc Panhuysen heet ook ‘De ware vrijheid’. Het begrip vrijheid hield ook verband met het feit dat we ten tijde van Johan de Witt, die raadpensionaris was, geen stadhouder hadden die boven hem stond. Dat gaf De Witt een bepaalde vrijheid.
  • Tolerantie. De tolerantie van Johan de Witt was in zijn tijd internationaal bekend. Het betekende dat in die tijd veel mensen naar de Republiek kwamen. Bij voorbeeld Descartes heeft meer dan 20 jaar in de Republiek gewerkt.
  • Liefde voor logica en wiskunde was bij beiden aanwezig: rationeel nadenken over zaken. Christiaan Huygens, de grootste wetenschapper van Europa, heeft zelfs gezegd dat Johan de Witt, als hij geen raadpensionaris was geworden, misschien de grootste wiskundige van Europa was geworden.
  • Karaktereigenschappen: beiden waren altijd netjes en eenvoudig, keurig in het zwart, zonder overdaad.
  • Daarnaast leefden beiden in dezelfde tijd en brachten ze een belangrijk deel van hun leven in Den Haag door. Ze scheelden weinig in leeftijd (zeven jaar verschil). Het leven van Johan de Witt speelt zich in hoofdzaak af binnen de vierkante kilometer rond het binnenhof.
         
De eerste helft van de lezing gaat over Johan de Witt, aan de hand van de boeken Musch, Buat en Willem. Daarna over Engeland, Frankrijk, het Rampjaar en vrouwen rondom Johan de Witt. Het gaat hier over brieven aan en van Johan de Witt meestal aan vrouwen. Hierover zijn ook boeken verschenen met illustraties van Jean-Marc. Veel historici hebben aan de hand van deze brieven een beeld gevormd over het leven van Johan de Witt.


Figuur 4: Ontzielde lichamen van Johan en Cornelis de Witt

Het iconische beeld dat we kennen van Johan en Cornelis is het schilderij waarop hun ontzielde lichamen omgekeerd zijn opgehangen na de moord op de gebroeders op 20 augustus 1672. Voor de geschiedschrijving was het een voordeel dat alle documenten van Johan direct een dag later in beslag zijn genomen en overgedragen aan het Hof van Holland, later het archief, zodat alles nu nog beschikbaar is. Dat was niet zo bij een voorganger van Johan de Witt, Jacob Cats (1577-1660).

Er bestaat een anekdote over Maria van Berkel, de vrouw van Cornelis die in een trekschuit zat op weg van Dordrecht naar Den Haag. Ze had gehoord dat haar man was vermoord. In die trekschuit zat een man die beweerde dat hij de vinger van Conelis bij zich had. Toen hij de vinger aan Maria liet zien zei ze: “die vinger behoorde vanmorgen nog aan mijn man!”. Een iconisch beeld, dat de mensen aanspreekt, maar het verhaal is niet waar. Het is geschreven voor een toneelstuk. De vinger en ook de tong zijn echter wel bewaard gebleven.


Figuur 5: Brieven van Johan de Witt

Er wordt uitgebreid onderzoek gedaan, o.a. met vrijwilligers van het Huygens-instituut, naar de brieven van Johan. Er zijn er zeker 40.000 van bekend. Daarvan zijn er slecht 3000 uitgegeven. Veel is dus nog niet beschikbaar voor onderzoek. Bij die 40.000 zijn wel veel dubbele of niet origineel van Johan.   
                
Johan werd geboren in Dordrecht in 1625, als zoon van Jacob de Witt en Anna van Corput. Hij ging daar naar de Latijnse school (thans Johan de Witt gymnasium). Hij en zijn broer studeerden rechten in Leiden. Johan heeft zich een paar jaar ouder voorgedaan om direct de master te kunnen volgen. Na het afstuderen gingen beide broers op 'Grand Tour' door Frankrijk en Engeland. Het dagboek dat Johan bijhield, gebaseerd op Johan’s brieven, vormde de basis voor de televisieserie die hierover in 2024 bij omroep MAX is uitgezonden, gepresenteerd door Huub Stapel.

Figuur 6: Pamflettenoorlog opgezet door Willem II

Belangrijk jaar in het leven van Johan was 1648, vrede van Münster, einde van de Tachtigjarige Oorlog. Met het einde van de oorlog kwam er geld vrij dat tot dan toe aan het leger was besteed. De regenten wilden dat geld aan andere zaken gaan besteden. Dat was de Oranjes tegen het zere been. Stadhouder Prins Willem II (toen 14) was in 1641 getrouwd met Mary Stuart (9), een Engelse prinses. Hierdoor kwam er een band met het Engelse koningshuis. In 1650, het jaar waarin Musch zich afspeelt, Mary was zwanger, besloot Willem II een gooi naar de macht te doen op aandringen van leden van de Staten Generaal, waaronder Cornelis Musch. Willem ging het volk bespelen via een pamflettenoorlog waarin de Staten werden zwart gemaakt  (soort Twitter/X). Ze namen zes regenten gevangen, waaronder Jacob de Witt, de vader van Johan, en zetten hen gevangen in slot Loevestein. Het was niet zomaar een gevangenis: de gevangen regenten hadden hun eigen kamer en ook personeel, maar het liep niet altijd goed met hen af (Hugo de Groot).


Figuur 7: Postbode snelt naar Amsterdam

Vervolgens begon Willem II een verrassingsaanval met het leger tegen Amsterdam. Het leger (ca 10.000 man) o.l.v. Willem II trok o.a. door Soest via Abcoude naar Amsterdam. Onderweg is een groot deel van het leger verdwaald op de hei bij Hilversum. Aan een passerende postbode werd gevraagd waar Amsterdam ergens ligt. Deze is vervolgens snel te paard naar Amsterdam gereden om de burgemeester aldaar te waarschuwen. De hele geplande aanval op Amsterdam is mislukt. Willem II was er zelf niet bij, maar kwam later wel naar Amsterdam om te onderhandelen samen met Cornelis Musch. Er is toen afgedwongen dat leden van de familie Bicker nooit meer in Amsterdam aan de macht konden komen. Kort daarna overleden plotseling zowel Willem II als Cornelis Musch (zelfmoord, complot?). Hiermee brak het eerste stadhouderloze tijdperk, 1650-1672, aan. Johan de Witt werd kort daarna op zijn 28ste raadpensionaris van Holland. Er was op dat moment weinig animo voor deze functie omdat de Republiek toen in oorlog was met Engeland en het slecht ging met de economie. Om vrede te sluiten met Engeland moest een Acte van Seclusie (uitsluiting) getekend worden, waarin beloofd werd dat in de Republiek nooit meer een Oranje aan de macht mocht komen. Johan heeft deze in het geheim getekend. Om dit te rechtvaardigen heeft hij de Deductie uitgebracht (1654), een geschrift waarin hij onderbouwde dat het beter was dat de Oranjes niet meer aan de macht zouden komen.

 
Links: Figuur 8, Diner in Den Haag met o.a. Charles II, ritmeester Buat, Johan de Witt, Willem III.
Rechts: Figuur 9, ritmeester Buat

Het optreden van ritmeester Buat valt samen met het tweede deel van Johan de Witt's raadpensionarisschap. Het boek Buat speelt in 1665 en we waren opnieuw in oorlog met Engeland. Johan de Witt heeft zich persoonlijk als dieptepeiler (om te bepalen of wateren diep genoeg waren voor de schepen) bemoeid met deze oorlog op zee. Het ging dit keer wel een stuk beter, er werd een belangrijke slag gewonnen, maar we wilden toch wel vrede. Bij de onderhandelingen speelde ritmeester Buat een belangrijke rol. Hij was opgegroeid aan het hof van Oranje en had vrienden in Engeland. Buat was getrouwd met Elisabeth Musch, de dochter van Cornelis Musch. In Engeland was in die tijd koning Charles II aan de macht sinds 1660. Hij was bevriend met Buat. Door de nieuwe band met Charles II kregen de Oranjes weer hoop op een herstel van hun macht. Een diner in het Mauritshuis, dat ook door de tienjarige Willem III (1650-1702) werd bijgewoond, getuigt van de goede banden met Charles II.
 
Enkele vragen en antwoorden
Q: hoe is de Engelse oorlog ontstaan?
A: alle Engelse oorlogen zijn ontstaan als gevolg van handel (jaloezie etc.)
Q: waarom is de naam de Witt met twee t’s?
A: verschillende schrijfwijzen zijn vaak ontstaan om onderscheid te maken; het heeft niets te maken met voornaam willen doen.
Q: was de grand-tour alleen bedoeld voor Johan’s algemene ontwikkeling of was het ook van belang voor de ontwikkeling van zijn politieke denken?
A: Johan de Witt laat zich er in zijn brieven niet over uit. Hij was geen filosoof. Maar hij zal in die tijd van de dertigjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk waarbij hij op bezoek is geweest bij Lodewijk XIV en Charles I zeker hebben gedacht van ‘dit willen we in de Republiek niet’. Maar hij heeft er niets over geschreven; het heeft hem zeker wel beïnvloed. Verder heeft het ook zijn afkeer van monarchieën gevoed, waarbij macht wordt geërfd.

Het volgende deel van de lezing gaat het over Spinoza.


Figuur 10: Benedictus de Spinoza

Er zijn veel biografieën verschenen over Benedictus de Spinoza (1632-1677), o.a. van Jonathan Israel: Spinoza, Life and Legacy. Hij werd geboren in 1632 in Amsterdam, is van Sefardisch-Joodse afkomst. Cherem, de banvloek werd in juli 1656 uitgesproken. Hij maakt zich Latijn eigen bij Franciscus van den Enden. Hij is lid van een kring van vrijdenkers en leerlingen, o.a. Albert Burgh. Hij verhuist naar Rijnsburg in 1661 waar hij contact heeft met de Collegianten (we weten niet of hij zelf Collegiant is geworden). Rijnsburg was, net als Culemborg en Vianen, een soort vrijstaat: de Staten van Holland hadden hier minder grip op de bevolking. De Collegianten kwamen bij elkaar in een zaal en dan kon een lid opstaan en in alle vrijheid zijn interpretatie van de Bijbel verkondigen. Spinoza publiceert uitleg over de principes van Descartes, verhuist in 1663 naar Voorburg (waar Christiaan Huygens dan nog woont), slijpt lenzen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij heeft contact met veel internationale wetenschappers. Doordat wetenschappers latijn als voertaal gebruikten, konden ze gemakkelijk met elkaar communiceren. Spinoza had o.a. contact met de Royal Society in Engeland. Hij verhuist eind 1669 naar Den Haag (eerst Stille Veerkade, niet veel later Paviljoensgracht 72), in 1670 volgt de publicatie van Tractatus Theologico-Politicus (TTP). Postuum worden al zijn werken gepubliceerd door vrienden, waaronder zijn nagelaten brieven en de Ethica.

Zijn belangrijkste filosofische gedachte: God is Natuur, Natuur is God, één substantie: Deus sive Natura. Alles wat gebeurt is noodzakelijk: oorzaak en gevolg. Hij heeft heel consistent aan zijn levensfilosofie gewerkt en verder ontwikkeld. Hij leeft naar zijn eigen ideeën als rationalist en stelt rede boven driften. Zijn levensmotto is ‘Caute’: behoedzaam. Hierdoor is hij voorzichtig met het publiceren van zijn werk. Door velen werd hij niet begrepen en gezien als Atheïst.

In het laatste deel van de lezing gaat het over de relatie tussen Spinoza en Johan de Witt.
 
Naast de overeenkomsten tussen beiden waren er ook een aantal verschillen. Zo hadden zij een totaal verschillende achtergrond, milieu, opleiding en godsdienst. Johan was een gereformeerd jongetje. Hij heeft nooit getwijfeld aan het bestaan van God, hij was een braaf Gomarist. Johan had een totaal andere visie op politiek dan Spinoza. Johan was pragmatisch. Hij stelde het oplossen van een probleem zo lang mogelijk uit. Johan was opgevoed in de overtuiging dat regenten uit een regentenmilieu komen en dat de besten, aristocraten moesten regeren. Het volk kon wel wat invloed uitoefenen op het bestuur van het land via gilden, Oudraden en vroedschappen maar niet democratisch gekozen worden. Johan was opgevoed met het idee van een aristocratie of meritocratie. Johan organiseerde alles heel goed om ervoor te zorgen dat er geen opstand kon komen. Spinoza heeft zijn visie op de staat veel beter doordacht. Zijn visie was gebaseerd op een theorie (TTP).
 
Grappig is dat er altijd veel anekdotes zijn verteld over Spinoza (BdS) en Johan de Witt (JdW).
1.    BdS gaf JdW wiskundeles.
2.    JdW gaf BdS geld
3.    JdW steunde de TTP
4.    BdS vroeg raad aan JdW
5.    JdW vroeg raad aan BdS
6.    BdS verhuisde vanwege JdW
7.    BdS wilde een pamflet ophangen op de avond van de moord (Ultimi Barbarorum)


Figuur 11: Kees Schuyt

Deze verhalen worden in de biografieën vermeld. Het meest hardnekkige is anekdote nr. 7. Kees Schuyt heeft in een lezing in 2016 voor de Spinozakring Soest hierover al gesproken. En tijdens een lezing in 1928 heeft Nicolas Japikse (1872-1944) er ook al over gesproken. Er is voor geen van deze anekdotes bewijs. Ook niet in al die 40.000 nagelaten brieven van Johan de Witt. Japikse heeft een zeer goede bijdrage aan de geschiedschrijving gedaan door met de hand al die brieven door te spitten en de beste 3000 uit te geven. Maar hij heeft voor geen enkele anekdote bewijs gevonden. De brieven zijn ook doorzocht m.b.v. AI. Ook dat heeft niets opgeleverd. Misschien is er secundair bewijs. Daartoe is men o.a. naar Rijnsburg geweest om de bibliotheek van Spinoza te onderzoeken. Deze bibliotheek bevat echter niet de boeken van Spinoza, maar de boeken die op de lijst van bezittingen van Spinoza stonden. Op basis van veilingslijsten weten we ook heel goed welke boeken Johan de Witt bezat. Waar Spinoza ca 150 boeken bezat, had Johan de Witt er ca 10.000. Er bestaat een computerprogramma waarmee je lijsten kunt vergelijken om overeenkomstige titels te vinden. Inderdaad zijn er in de nalatenschap van Johan de Witt boeken uit Spinoza’s lijst te vinden. Er is ook een pamflet, dat kort na de moord op de gebroeders de Witt verscheen, over de nagelaten boekenlast. Maar het is helmaal verzonnen. Het bevat uitsluitend titels waarin Johande Witt op de hak wordt genomen. Eén ervan is het TTP. Uit de hele context blijkt dat de aanschaf van de TTP waarschijnlijk pas na de dood van Johan de Witt is gedaan door diens zoon.
 Een andere bron is een verzameling brieven van Spinoza, uitgegeven door S.L. van Looy, waarin de laatste zegt aanwijzing te vinden dat Spinoza verhuisd is naar Voorburg om dichter bij de Witt te komen. Het lijkt weinig waarschijnlijk. Johan de Witt liep ca 3 minuten van zijn huis (Kneuterdijk) naar zijn werk (Binnenhof), veelal vergezeld van een aantal klerken. Verder woonden al zijn relaties binnen een straal van een km. Spinoza woonde een paar km verderop (Pavilioensgracht). Twee gescheiden werelden.



Figuur 12: Coenraad van Beuningen (1646-1716)

Johan de Witt had geen tijd voor wiskundeles, hij gaf geen geld (moest onafhankelijk blijven), hij heeft het TTP niet gesteund maar ook niet verboden, waarschijnlijk om er geen aandacht aan te schenken. Raad geven (in beide richtingen) was geen sprake van, verhuizen naar Den Haag vanwege de Witt is ook onwaarschijnlijk: zie boven. Blijft over het pamflet.
 
De anekdote is dat Spinoza, toen hij van de moordpartij vernam, een pamflet wilde plakken bij de Gevangenpoort met de tekst: Ultimi Barbarorum: het zijn de ergste barbaren. Zijn huisbaas heeft hem toen tegengehouden tot Spinoza weer tot bedaren was gekomen. Het pamflet is dus nooit opgehangen en dat was maar beter ook voor Spinoza: hij had het er niet levend van afgebracht. Deze anekdote staat in iedere biografie van Spinoza en van Johan de Witt. Als motivatie voor de actie van Spinoza werd zijn vriendschap met Johan de Witt genoemd. Maar die was er niet! Dus klopt deze anekdote wel? Waar komt de anekdote vandaan?


Figuur 13: Gottfried Wilhelm von Leibniz

Leibniz had een ontmoeting met Spinoza en schreef ook brieven met hem. Hij had ook contacten met de Royal Society. Hij speelt een rol bij de overlevering van de anekdote over 'Ultimi barbaorum'. Deze was (als enige) mogelijk toch op waarheid gebaseerd. Maar de bron (Leibniz) is onbetrouwbaar, komt niet overeen met het karakter en met de context. Het idee dat Spinoza zich wilde opofferen klopt ook niet met het rationele karakter van Spinoza. Had Leibniz een motief om het verhaal te vertellen? Door te benadrukken dat Spinoza zich door zijn actie niet aan zijn eigen filosofie van rationalisme hield, stelde Leibniz zich boven hem door wel consequent te zijn. Maar wij weten dat het juist andersom is: Spinoza hield zich aan zijn eigen leefregels, terwijl Leibniz dat niet deed. Concluderend kunnen we het volgende zeggen over deze anekdote:

·       Er is slechts één enkele, onbetrouwbare bron
·       Spinoza’s actie is niet overeenkomend met zijn karakter
·       De anekdote is niet overeenkomend met de context
·       Spinoza heeft geen motief, Leibniz wel
·       Het is vooral een aantrekkelijk drama, passie

Enkele vragen en antwoorden
Q: heeft Spinoza een baan aangeboden gekregen in Heidelberg?
A: Spinoza wilde zich nergens toe verplichten, altijd vrij zijn. Daarom heeft hij een baan aan de universiteit van Heidelberg afgeslagen.
Q: wat vindt Henri Krop van het verhaal over Ultimi Barbarorum
A (Henri): ik ben helemaal overtuigd dat deze anekdote onwaar is.
A: (Jean-Marc): Ultimi Barbarorum kan ook gezien worden als een werk van Spinoza van  slechts twee woorden. Zie verder het artikel van Wim Goris
Q: Heeft Spinoza gestudeerd in Leiden?
A: Spinoza heeft geen studie gevolgd in Leiden; er kwamen wel studenten naar Rijnsburg. Johan de Witt heeft wel in Leiden gestudeerd. Spinoza heeft wel zelf bijlessen gegeven over Descartes.

Downloadbare pdf van dit artikel

20250206
Terug naar de inhoud